Charmante mensen met ideeën komen graag bij je langs. Ze ontbieden je niet. Toen Daniël en ik jaren geleden werden gevraagd om mee te werken aan een baanbrekende nieuws-site voor een goed doel waren we aanvankelijk enthousiast. Maar voor overleg moesten we naar de bollenstreek komen, waar we twee kibbelende pensionado’s met zeeën van tijd en een beperkt begrip van internet aantroffen. Als je dan samen terugrijdt kom je wel tot inkeer. Dus we hebben een baanbrekende nieuws-site gemaakt voor een ander goed doel – waarvan de vlotte, terzakekundige vertegenwoordiger goed begreep dat hij veel van ons vroeg. Toen hij een keer teveel had gevraagd, stond hij zonder aankondiging op de stoep om zich te verontschuldigen.
Ooit moest ik het hebben van mensen met ideeën. Toen ik in 2004 voor mezelf begon had ik geen klanten, maar de mensen met de ideeën en de beperkte budgetten wisten me te vinden. Vaak hadden ze een heel goed idee, zoals die man die al in 2006 met het idee voor Uber kwam. Maar hij noemde het Ququlequ. Of die man die een stock-muziek website voor ogen had, maar hij noemde het Timboodle. Diezelfde man wilde trouwens een medische database oprichten met de naam Pillopedia. Rappers en DJ’s die het zouden gaan maken. Coaches. Trainers. Coach/trainers. Coach trainers. Stuk voor stuk kwamen ze langs om hun wilde ideeën te oreren en tegelijk te checken of ik wel doorwerkte. Het was vaak inspirerend en altijd gezellig, maar ik verdiende weinig en van hun ideeën kwam weinig terecht.
Maar ze kwamen zelf wel terecht! Dit soort mensen laat zich niet in een hoekje duwen. Ze hebben namelijk steeds nieuwe ideeën. En zo komen ze uiteindelijk toch op een mooie plek, bij een mooie werkgever, waar ze mooie projecten uitvoeren waarbij ze af en toe de vormgevers inschakelen die ze al zo lang kennen.
Ik kreeg meer en normaler werk, en toen werden we Engine. De toestroom van mensen met ideeën maar zonder vaste baan werd minder. Maar je vergeten, dat doen ze niet. We hadden nog niet zo lang een kantoor toen de man die een Leonardo da Vinci ontdekt te hebben opbelde. “Waar ben je? Ik sta voor de deur met twee saucijzenbroodjes!”